Gelderse ridders bestaan nog steeds en wonen vaak in een kasteel

Kasteel Keppel is een middeleeuwse burcht die al sinds de middeleeuwen in bezit is van adellijke families. Het monumentale gebouw met hoektorens in een gracht ligt verscholen tussen het groen langs de Oude IJssel op de grens van Achterhoek en Liemers.

Het kasteel is nooit verkocht, maar altijd door erfenissen overgegaan van het ene naar het andere adellijke geslacht. Ruim een jaar geleden nam de nieuwe generatie de scepter over op Keppel.

Rijnhard Bernhard baron van Lynden en zijn vrouw moeten nog een beetje wennen aan het wonen op een eeuwenoud familiekasteel. “Ik ben hier geboren en ik ben hier als kind eindeloos veel geweest. Dus ik voel echt een band met de plek. Toch is er een groot verschil tussen een keer bij je opa langsgaan in het weekend en hier fulltime wonen. Het is nu één groot avontuur. We moeten nog bedenken wat wij met het kasteel gaan doen. Het is eigenlijk een bedrijf dat we goed moeten proberen te laten lopen.”

De mannelijke bewoners van kasteel Keppel zijn lid van de Ridderschap van Gelderland. De leden zijn allemaal afkomstig uit oude Gelderse adellijke families die vaak al wortels hebben in de middeleeuwen.

In het hertogdom Gelre (1339 - 1795) had iedere Gelderse regio zijn eigen ridderschap. Vanaf 1814 is er nog één Ridderschap van Gelderland. Tot de Grondwetsherziening van 18148 was de ridderschap een machtige factor in het Gelders Parlement.

Enkele tientallen ridders komen nog steeds samen op de derde zaterdag van september in een kasteel of een historisch landgoed. Coen baron Schimmelpenninck van der Oije is de voorzitter van de Gelderse Ridderschap.

“Toen de Ridderschap van Gelderland zijn macht kwijtraakte, bleven de leden samenkomen. We zetten ons nu in voor het algemene belang van Gelderland en voor het versterken van de banden tussen de families onderling.”

Baron Schimmelpenninck van der Oije spreekt als voorzitter van de Ridderschap zijn steun uit voor het Gelders Museum in Zutphen.

Hij stelt zelfs zijn voorzittershamer ter beschikking van de permanente tentoonstelling. 'Met deze is een slag gebracht die velen niet hadden verwacht', staat op de hamer geschreven. “De hamer stamt minstens uit 1747”, vertelt Schimmelpenninck van der Oije. “Alleen op de derde zaterdag van september gebruiken wij die tijdens onze vergadering. Die ene dag zal de hamer dus niet te zien zijn in het Gelders Museum.”

De verhalen over de Ridderschap van Gelderland komen maandagavond tot leven in een nieuwe aflevering van het geschiedenisprogramma Ridders van Gelre bij Omroep Gelderland. Vanaf 17.15 uur is het te zien en wordt ieder uur herhaald.